Autorijden in slecht weer: tips en tricks
Autorijden in slechte weersomstandigheden: tips en tricks
Het is een algemeen gegeven dat het aantal ongelukken toeneemt in het najaar en de winter. Donkere dagen in combinatie met slecht weer hebben een negatieve impact op de verkeersveiligheid. In deze blog geven we je een aantal handige tips om veilig auto te rijden tijdens slechte weersomstandigheden.
Autorijden in hevige regen
Nederland kent af en toe echt flinke hoosbuien. Geen pretje als je onderweg verrast wordt door zo’n plensbui. Niet alleen zie je niets meer door je voorruit, ook kan het vele water zorgen voor aquaplaning. Bij aquaplaning kan het profiel van de band de hoeveelheid water niet meer aan, waardoor de band als het ware gaat drijven op het water. Het gevolg: remmen en sturen hebben geen effect meer. Hieronder enkele tips voor het rijden in hevige regen:
1. Matig je snelheid
Wanneer het hard regent is het beste wat je kunt doen de snelheid eruit halen. Een lagere snelheid voorkomt in veel gevallen een ongeluk, je hebt immers net iets meer tijd om te reageren. Bovendien wordt het risico op aquaplaning en stuk kleiner bij een lagere snelheid.
2. Bandenspanning
Rijd altijd met de door de Suzuki aanbevolen hoeveelheid lucht in je banden. Een te lage bandenspanning zorgt er niet alleen voor dat je banden sneller slijten en dat je verbruik oploopt. Met te zachte banden ligt je auto ook minder stabiel op de weg, wat uiteraard ten koste gaat van je veiligheid. De profieldiepte van een band heeft eveneens effect op het goed kunnen verwerken van veel water. Aangeraden wordt een proefieldiepte aan te houden van 2,5 mm voor een zomerband en 4 mm voor een winterband bij slechte weersomstandigheden. Voor beide type banden geldt een minimale waarde van 1,6 mm.
3. Ruitenwissers
De ruitenwissers zijn ontzettend belangrijk voor goed zicht. Slechte ruitenwissers maken een irritant geluid, laten strepen achter en kunnen zelfs de voorruit beschadigen. Een nieuw setje ruitenwissers kost de wereld niet, dus vervang ze op tijd.
4. Lichten aan!
Vaak genoeg zie je auto’s die enkel met dagrijverlichting een bui in rijden. Of zelfs helemaal zonder verlichting aan. Zorg dat je goed zichtbaar bent en ontsteek de lampen van je auto, ook overdag.
Autorijden in de mist
Rijden in dichte mist kan best eng zijn, zeker als je niet verder kunt kijken dan slechts tientallen meters voor je. Hieronder vind je een aantal tips voor rijden in mist:
1. Schakel over van automatische verlichting naar dimlicht!
Je ziet ze vrijwel tijdens elke mistbank (of juist niet!): bestuurders die hun automatische verlichting aan hebben in de mist. Vaak hebben ze dan alleen dagrijverlichting aan. Dat komt omdat ze ervan uitgaan dat de auto zelf overschakelt van dagrijverlichting naar dimlicht in de mist, maar dat is niet zo. Want hoewel mist slecht zicht oplevert, is het nog steeds licht. Schakel dus altijd zélf naar dimlicht voordat je op pad gaat in mist.
2. Gebruik geen grootlicht
Een andere veelgemaakte fout is dat bestuurders het grootlicht ontsteken, maar dat is niet verstandig. Grootlicht verblindt juist bij mist! Gebruik je mistlampen aan de voorzijde wanneer het zicht minder is dan 200 meter. Dat mag ook bij hevige regen of sneeuwval. De mistlamp achter mag alleen aan als het zicht minder is dan 50 meter. Houd bij zware regenval altijd het mistlicht achter uit. Je achterligger raakt anders verblindt door de regendruppels en het felle rode licht van jouw auto.
3. Houd afstand
Het is verleidelijk om in de mist te focussen op de achterlichten van je voorganger. Het is daarbij wel belangrijk om afstand te bewaren. Mist is namelijk een van de grootste veroorzakers van kettingbotsingen. Door meer afstand te houden, heb je meer overzicht en kun je eerder anticiperen op eventueel onverwachte situaties. Een ongeluk zit immers in een klein hoekje. Heb je toch een beetje hulp nodig, dan zijn er nog altijd de veiligheidssystemen van Suzuki.
Autorijden in de sneeuw
Autorijden in de sneeuw is spannend. De ondergrond is glad en je voelt de auto glibberen, zoekend naar grip. Met deze tips zorg je voor wat meer rust, zodat je veilig in sneeuw kunt rijden:
1. Rem zo veel mogelijk op de motor
Wanneer je op de motor remt, beperk je de kans dat je wielen blokkeren. Blokkerende wielen maken dat de auto blijft doorglijden in plaats van dat hij tot stilstand komt. Na het remmen op de motor kun je rustig bijremmen.
2. Rem soms wel hard
Het klinkt tegenstrijdig, maar soms is het juist wel goed om heel hard op de rem te trappen. Want alleen dan werkt het antiblokkeerremsysteem (ABS). ABS helpt de auto maximaal af te remmen zonder dat de wielen blokkeren. ‘Pompend’ remmen, zoals vroeger werd aangeraden bij auto’s zonder ABS, heeft geen zin bij een auto mét ABS!
3. Rustig optrekken
Trek rustig op wanneer je vanuit stilstand wilt wegrijden als het glad is. De banden hebben namelijk al moeite met het vinden van grip. Het kan ook helpen om rustig weg te rijden in de tweede versnelling. Laat de koppeling langzaam opkomen en geef daarna soepel gas bij. Daarmee voorkom je dat de wielen gaan slippen bij het wegrijden. Bovendien bespaar je brandstof bij rustig optrekken.
4. Afstand bewaren
Zeker bij rijden in sneeuw is het aan te raden om voldoende (en een beetje extra) afstand te houden tot je voorligger. Met die extra afstand kun je ver vooruitkijken en anticiperen op eventueel onverwachte situaties die voor je gebeuren.
5. Rem vóór de bocht
Het is belangrijk om al vóór een bocht klaar te zijn met afremmen. Je wilt namelijk op een besneeuwde weg een constante snelheid houden in een bocht. Zorg ook dat je de bocht mooi rond maakt in plaats van hoekig. De vloeiende beweging maakt de bocht voorspelbaar.
